Allergie

 

Mijn hoofd vol en dof

Ik voel me echt niet tof

En holtes gevuld met vocht

Nee het was geen tocht

Maar het is het seizoen

En de bloeiers die het doen

De voorjaarshooikoorts

De pollen enzovoorts

Die mij doen niezen

En doen snotteren tot achter mijn kiezen

Mij doen zwalken heen en weer

Doen mijn lichaam zo zeer

Telkens verbaasd het mij

dat die kleine pollen dit effect hebben bij

mij dit kunnen veroorzaken

En mij zo ziek kunnen maken

 Beloften

 

We halen van alles in ons hoofd

Denk dat ons van alles is beloofd

Van aandacht en liefde

Dat er niets zou komen wat ons griefde

Van welvaart en rijkdom

Maar achteraf blijkt de som

Tegen te vallen toch

Al blijft  de hoop op dat alles nog

En dat is misschien zo slecht nog niet

Daardoor blijft het positief wat je ziet

Als men alle hoop laat varen

Zal de lucht nooit meer opklaren

En ligt alleen het sacherijn in het verschiet

 

Thuiskomen

 

Thuisgekomen hoor ik allerlei geluiden

en schepen op de achtergrond, die mijn avond inluiden

ze vormen samen een groot koor

tussen het ruisen van de bomen door

Hoor ik in de verte de schapen

Alsof het etenstijd is, volop blaten

Hoog en laag moeder en kind

Antwoorden elkaar tegen de wind

 

Na een dag van werken is daar buiten de rust

Voor mij het loslaten van alle gedachten een must

Om tot stilstand te komen

En vervolgens dag te dromen

naar verre landen of heel dichtbij

Daar op de dijk bij de schapen nabij

 

Familie en kinderen

 

We lijken op elkaar

Dat is niet raar

Uiterlijk en innerlijk

en niet altijd even beminnelijk

Maar ook een leuk iets

als zomaar  voorkeuren uit het niets

Die overdracht van eigenschappen

iets voor de wetenschappen?

Overdraagbaar of aangeleerd,

en genen door opvoeding gecamoufleerd?

Hebben we ons gewoonweg herhaald?

Keuzevrijheid of genetisch bepaald?

Gedrag dat gekopieerd wordt

en is het zelfbeschouwing waaraan het schort?

Verbazing over eigen kroost

We leven in hen voort, dat is ook een troost

 

De tuin is een feest

Na een diepe slaap heb ik mijn ogen halfopen

trek ik de gordijnen wijd open

kijk van bovenaf de tuin in

en krijg ik meteen zin

 

om de tuin in te springen

en de natuur in te dringen

van het balkon in het sappige gras

met blote voeten in de dras

 

Ik zie allerlei kleuren

de gehele tuin op fleuren

Voorzichtige zonnestralen schijnen op bloemen

geel en roze en der een toef in licht groenen

 

Het lijkt wel een feest

waarvoor de tuingeest

zich heeft versierd

en wordt ik zo de natuur in gezwierd

 

Wil ik met de vogels vliegen

En heerlijk op de wind wiegen

Ik voel me als een kind zo blij

En zo de tuin in, vrij!

 

Wind op mijn huid

 

Bloot na warmte afgekoeld

Zintuigen ultiem aangesproken

Wat gewoon is wordt uitzonderlijk

Ontspannen lig ik

 

Mijn uitzicht op de lucht

Bomen waaiend op de wind

Zon strijkt door het groen

op mij neer

 

De natuur zingt

Ik zucht van loomheid

De wind strijkt over mijn huid

aait over mijn benen als een tedere minnaar

Ik geniet