Maartlicht

 

Het landschap glijdt aan mij voorbij

Sprookjesachtige bergen in de verte

groen en alle tinten grijs

Het prille maartlicht

schijnt er schuin tegenaan

Silhouetten van bomen

kaal als kantwerk tegen het decor

Wolken blauw, grauw en wit

een jakobsladder breekt erdoor

Is het rococo-tijd?

Er lichten patronen op

als in een Escher tekening

De wijnrijen staan loodrecht op elkaar

De akkers in veelbelovend groen

Afwisselend zon en schaduw

Het is maart in Duitsland

 

 Varen

 

De wind door mijn haren

Het ruisen van het riet

Ik ben aan het varen

Hoor de karekiet

De rust, het open water

Het schommelen van de boot

Ik zie  hoor een visdiefje iets later

En een lis aan de kant van de sloot

Ik voel dat ik leef

zijn mijn zintuigen op scherp

Dat ik de natuur en de rust beleef

Voordat ik mij weer in de drukte werp

De angst

 

De angst van en voor van alles

Werkt verlammend en wil juist grip

Zal er nimmer nooit zijn

Wekt bezwering op en gelovigheid

Of is dat alles gewoon hoop?

Sturing van de toekomst?

Een gezonde voorzichtigheid?

Of de angst beperkt de ondernemingsdrift

De angst is dis- en functioneel tegelijkertijd

Waar laat ik mijn angst?

Benen en voeten op het plein

Benen, voeten overal waar

ik kijk waar ik zie

Benen en voeten praten met elkaar

Als een zwijgzame Jacques Tati

Of een ballet zonder muziek

Vormen samen een paar

Ze staan stil of bewegen energiek

Schoenen zeggen iets over de eigenaar

Zonder het gezicht te zien

Sportief, modieus of degelijk

Kan men de eigenaar doorzien

Ook al lijkt het niet aannemelijk

Toch is men een stapje voor

En heeft men toch wel degelijk

De eigenschappen van de houder door