Het weer valt altijd mee
beweert men aan zee
Dat kan wel zo zijn
Maar het voelt nú niet echt fijn
Ik ben aan het strand
ergens op Walcheren beland
Het ruisen van de zee
valt me alleszins mee
De wolken daarin tegen
voorspellen zware regen
Het zand ziet er wel aanlokkelijk uit
Maar ik zie geen enkele blote kuit
De zon laat zich maar af en toe zien
Dus het wordt mooi
weer misschien
De wind speelt met mijn haar
En het waait steeds harder zowaar
Ik tel nu een mens of tien
Maar ik kan niet zo verzien
Want de grijzigheid speelt mij parten
en doet mijn hart naar zonlicht smarten
Dus betwijfel ik of het waar wordt
Of zijn de buien gewoon kort
Zo aan de kust van zeeland
En is het altijd fijn aan het strand
Ik moet het nemen zoals het komt
En voel me door het eiland verwelkomt