Onder weg ben ik bezweken
Toen ben ik naar de duinenrij uitgeweken
De wind was te hevig
Mijn benen te bevig
De wind altijd tegen
De stilte verzwegen
Geen bomen beschutte mij
In geen velden of wegen
een beschutting gebleken
altijd wind, mooi voor het weer
Maar voor fietsen altijd benenzeer