De wind waait en waait
En komt van alle kanten
Hij beukt op heggen in
Ik zie de bomen buigen
Hij doet mijn adem stokken
Brengt mijn fiets tot stilstand
Welke kant ik ook op ga
tegemoet komt hij
Hij stuurt mij tegen
Wil niet wijken
voor mijn getrapt
Ik wou dat ik al thuis was
Of nooit van huis was
Achter de duin pas
Kan ik weer vooruit
En adem ik weer voluit