Dik ingepakt
de koude op mijn wangen
Loop ik langs het pad
Een fris genoegen
Een witte deken ligt
De vogels stil
De dieren schuilen
In de verte iets
De geluiden verdoft
Opmerkelijk windstil
Ik voel, ik zie , ik hoor
Winters genoegen
Dik ingepakt
de koude op mijn wangen
Loop ik langs het pad
Een fris genoegen
Een witte deken ligt
De vogels stil
De dieren schuilen
In de verte iets
De geluiden verdoft
Opmerkelijk windstil
Ik voel, ik zie , ik hoor
Winters genoegen
Het weekend voorbij
De uren niet meer vrij
De bezwaren worden groter
Je gedachten zowat idioter
Het opzien tegen
doet het niet opwegen
tegen de dag die komen gaat
ook al ben je er bij gebaat
Je hoofd op mama’s schoot
leg je het kind-zijn even bloot
Al het leuke voorbij
De week wordt niet fijn denk jij
Maar liefje toch
de wereld ligt open alsnog
voor jou mijn snoes
Je hebt gewoon de zondagavond blues
Twee ganzen vliegen over
De avondzon op hun buik
Gakkend naar elkaar
Zoveel vreugde en genoegen
Als in harmonie en naar de omgeving te voegen
Zoveel irritatie en gedoe
Als te hard en oren moe
Als buitensporig en ongevraagd
Als de grenzen zijn verdaagd (gedaagd)
Zoveel smaakverschillen worden onbelangrijk als goed gespeeld
En zoveel genoegen worden gedeeld
Als gevraagd en goed gehoord
Wordt de rust er niet mee verstoort
Muziek voert je naar een gevoel toe
bij elk moment, bij elke kloe
bij elke herinnering een noot
die de juiste sfeer bood
het leven kan er niet zonder
en soms is het mét ook gedonder
toch kan ik me niet voorstellen hoe het is
om doof te zijn en alle gehoor mis
Wintermiddagzon
Rood en blauw, geel
Verschijnt er aan de horizon
Verlangen naar veel
komt er in mij op
Naar weg en verder
Naar overzicht van de top
Naar lucht en zuiverder
Gevoel van warmte en geluk
Van echtheid en voorspoed
Van nutheid en de juiste afdruk
Van vrijheid en goede moed
In harmonie met de omgeving
Maar toch het beste uit jezelf
In evenwicht is het juiste ding
Verlangen, passend bij mijzelf
Het is net
Alsof ik niet waarnemen kan
De geur verstopt
De huid on voelbaar
Ben ik niet geland?
De week voorbij
En niet gevoeld
In het landschap
Niet het gevoel vrij te zijn
In zichzelf gekeerd
Te zijn, niet hier
Helaas
Groen sappig aanlokkelijk fijn
Mals vochtig uitgestrekt zijn
Mijn zintuigen geheel scherp
oren ogen en gevoel
Terwijl ik mij in het gewas werp
Dat ik erdoor heen woel
Liggend hard zacht oerinstinct
In het lage groen verzinkt
Op hoogte van een konijn
Ervaar ik echt de natuur
Ermee Verbonden te zijn
Eenvoudig genot en puur
Te zijn waar gras aan mijn zijde
Werkelijk te voelen, mijn weide
Benen, voeten overal waar
ik kijk, waar ik zie
Benen en voeten praten met elkaar
als een zwijgzame Jacques Tati
Of een ballet zonder muziek
vormen samen een paar
Ze staan stil of bewegen energiek
Schoenen zeggen iets over de eigenaar
zonder het gezicht te zien
Sportief, modieus of degelijk
kan men de eigenaar doorzien
Ook al lijkt het niet aannemelijk
Toch is men een stapje voor
En heeft men toch wel degelijk
de eigenschappen van de houder door
Er kwam een koolmees bij mij kijken
Op de rand van de balustrade zat hij voor het raam
En hij wist van geen wijken
Fluitend keek hij naar mijn bed
Mooi in het kleed met een glanzende kop
Na de rui weer in het net
Alsof hij zeggen wou
Hoe is het daar?
Hoe gaat het nou?
Mijn hoofd vol spoken en koorts
lag ik ziek van de griep
werd ik opgevrolijkt door zoveel moois
Wachtend op de boot
kijkend over de wadden
hoor ik wulpen en tureluurs om en om roepen
Luisterend in de zon intens voel ik
genot en jeugdherinneringen
van een eiland gevoel
De vuurtoren het wad en strand
zon en wind op mij huid
Gras aan mijn blote voeten voelend
Zorgeloos alles nog
Alleen de alledaagse kinderdingen
Ouders in een vakantie modus
Zeldzaam gelukkig toen